Artikel 102 Begripsbepalingen

De KNVvL afdeling parachutespringen hanteert ten behoeve van dit reglement de volgende begrippen:

  • Afdelingsorgaan: het orgaan (Sportparachutist) van de Afdeling Parachutespringen van de KNVvL.
  • AFF opleiding: (Accelerated FreeFall / versnelde vrije val): een opleiding, waarbij de leerling door middel van een specifieke training wordt opgeleid om uitsluitend vrijeval sprongen te maken.
  • Automatische Opening parachutesprong of AO sprong: een sprong waarbij de parachute na het verlaten van het luchtvaartuig zonder toedoen van de drager door een verbinding met het luchtvaartuig wordt geopend.
  • Automatische opener (Automatic Activation Device, AAD): een apparaat dat bij correct gebruik kan zorgen voor de opening van de reservecontainer in die gevallen dat de springer zelf nalatig is dat te doen.
  • Basisopleiding: een door het bestuur geautoriseerde opleiding tot aan het uitreiken van het sportparachutespringbewijs.
  • Bestuur: het bestuur van de Afdeling Parachutespringen van de KNVvL.
  • Bevoegdheden reglement (BR): het reglement van brevetten en bevoegdheden van de KNVvL afdeling parachutespringen.
  • Centrum: een statutair bij de KNVvL aangesloten parachutisten rechtsvorm.
  • Formatiesprong (FS sprong): een sprong van twee of meer springers, waarbij de springers de intentie hebben om tijdens de vrije val in de nabijheid te geraken van de andere springer(s).
  • Freeflysprong: sprong waarbij de springer zijn lichaam langs de verticale en/of diagonale lengte as houdt.
  • Freestylesprong: een freeflysprong waarbij specifieke artistieke lichaamsposities worden vereist volgens de internationale wedstrijdreglementen.
  • Handcam: een camera die op de hand is gemonteerd.
  • Harnastest: een periodieke praktische test, waarbij de vaardigheden uit de basisopleiding, met name het uitvoeren van de reserveprocedure, worden gecontroleerd.
  • Hoofdbestuur: het Hoofdbestuur van de KNVvL.
  • Instructiesprong: een sprong van twee of meer springers waarbij (een) springer(s), niet in het bezit van een C-brevet, instructie krijgt/krijgen in een soort sprong, dan wel een onderdeel daarvan, van een andere sportparachutist die is aangewezen door de verantwoordelijke instructeur.
  • KNVvL: de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart, gevestigd te Woerden.
  • Koepelformatiesprong (CF sprong): een sprong van twee of meer springers, waarbij de springers de intentie hebben om onder de geopende parachute in de nabijheid te geraken van de andere springer(s).
  • Logkaart: de bij elke springuitrusting verplicht aanwezige kaart waarop de verklaring van luchtwaardigheid is afgegeven en werkzaamheden aan de desbetreffende springuitrusting worden aangetekend.
  • Materiaal Commissie (MC): de als zodanig door het bestuur ingestelde commissie.
  • Nachtsprong: een parachutesprong die wordt uitgevoerd tussen een uur na zonsondergang en een uur voor zonsopkomst.
  • Observatiesprong: een sprong van twee springers, waarbij de te observeren springer niet in het bezit is van het A-brevet en de activiteiten van de observerende springer beperkt blijven tot het in de vrije val op veilige afstand observeren van de
  • eerstgenoemde springer.
  • Onder leiding van: betrokkene dient lijfelijk aanwezig te zijn bij de betreffende (spring)activiteit.
  • Onder verantwoordelijkheid van: betrokkene draagt de verantwoordelijkheid voor de betreffende (spring)activiteit.
  • Onder leiding en verantwoordelijkheid van: betrokkene dient lijfelijk aanwezig te zijn bij én draagt de verantwoordelijkheid voor de betreffende (spring)activiteit.
  • Ongeval: Een voorval waarbij een blessure is opgetreden.
  • Opleidings & Examen Commissie (OPEX): de als zodanig door het bestuur ingestelde commissie.
  • Parachutesprong of sprong: een voorgenomen afdaling van een persoon uit een zich in de lucht bevindend luchtvaartuig of toestel, waarbij die persoon de intentie heeft om een springuitrusting te gebruiken.
  • Periodieke inspectie: het behandelen van een springuitrusting volgens artikel 404.
  • Reserve static-line (RSL): een verbinding tussen de risers van de hoofdparachute en de sluitpin van de reservecontainer, zodanig dat bij het afwerpen van de hoofdparachute automatisch de sluitpin van de reserve container wordt getrokken.
  • Sanctie Commissie (SaC): de als zodanig door het bestuur ingestelde commissie.
  • Skysurfsprong: een sprong, waarbij gedurende de sprong een surfboardvormige plank is bevestigd aan de voeten van de springer.
  • Sportparachutist of springer: een houder van een sportparachutespringbewijs, afgegeven door het bestuur, of door het bestuur van een vergelijkbare buitenlandse organisatie.
  • Springactiviteit: Een of meerdere sprongen op een dag binnen een vast of incidenteel valschermspringgebied volgens de Regeling Valschermspringen 2010.
  • Springuitrusting: een uitrusting die dient om de daalsnelheid van een persoon zodanig te beperken, dat deze veilig het aardoppervlak kan bereiken.
  • Sport Commissie (SC): de als zodanig door het bestuur ingestelde commissie.
  • Tandemsprong: een parachutesprong waarbij twee personen gebruik maken van één en dezelfde springuitrusting, zodanig dat het passagiersharnas van de tandempassagier tijdens de sprong is aangehaakt aan het harnas van de tandemmaster.
  • Veiligheids Commissie (VC): de als zodanig door het bestuur ingestelde commissie.
  • Veiligheidsmanagementsysteem (VMS): Een systeem waarbinnen voorvallen worden gemeld en geanalyseerd, verbeteringen worden doorgevoerd en deze worden gecontroleerd op effectiviteit, met als doel het veiligheidsbewustzijn te verhogen en risico’s inzichtelijk te maken.
  • Veiligheidsmanager (VM): Een aangewezen persoon belast met het lokaal implementeren en beheren van het Veiligheidsmanagementsysteem.
  • Verklaring van luchtwaardigheid: de verklaring zoals die wordt afgegeven volgens artikel 403 door een master rigger voor de toelating van de springuitrusting.
  • Voorval: Een afwijking van de normale gang van zaken tijdens de voorbereiding of uitvoering van een sprong, waarbij schade en/of een blessure is of had kunnen ontstaan.
  • Vrijeval sprong: elke sprong die niet een AO sprong is.
  • Watersprong: een parachutesprong waarbij de sportparachutist, zoals vooraf voorgenomen, in water landt.
  • Wingload: de verhouding tussen het oppervlak van een parachute en het gewicht van de springer inclusief springuitrusting, uitgedrukt in lbs/sqft: (US) pounds per squarefeet.
  • Wingsuit: een pak dat flexibel materiaal (vleugels) bevat tussen de armen en het lichaam, en tussen de benen van een springer, daarbij de mogelijkheid van voorwaartse beweging creërend met alleen de zwaartekracht als voortstuwing.
  • Wingsuitsprong: een parachutesprong met een wingsuit.