Lid 1.
Voor het uitvoeren van een sprong moet de sportparachutist aan kunnen tonen in het bezit te zijn van:
Lid 2.
De sportparachutist mag een voorgenomen sprong niet uitvoeren wanneer zijn lichamelijke en/of zijn geestelijke toestand en/of zijn vaardigheid zodanig zijn dat hij niet in staat is dat op een veilige wijze te doen.
Lid 3:
Voor en tijdens het uitvoeren van een sprong dienen sportparachutisten zich te onthouden van het gebruik van alcohol, drugs en medicijnen, als volgt:
* Zo nodig dient de voorschrijvende arts te worden geconsulteerd over de invloed van het desbetreffende medicijn bij parachutespringen. Bij twijfel van deze arts, dient contact opgenomen te worden met de Aeromedical Centres (AMC), Authorised Medical Examiner (AME) of arts van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).