Lid 1
Een springuitrusting bestaat uit de volgende onderdelen:
Lid 2
Een springuitrusting dient voorzien te zijn van een verklaring van luchtwaardigheid, zoals omschreven in Artikel 402.
Lid 3
Het is niet toegestaan om aan een springuitrusting andere werkzaamheden of handelingen uit te voeren dan waartoe men volgens dit reglement of door het bestuur uitgegeven voorschriften bevoegd is, dan wel waarvoor de bevoegdheid aldus is beperkt.